Tijdreizen

Het bankafschrift geeft en een historisch verloop, een soort tijdlijn. Maar soms blijven mutaties liggen. Dit soort mutaties worden TWK mutaties (= terugwerkende kracht mutaties) genoemd. Als uitvoerder moet je deze mutaties achteraf alsnog verwerken. Hiervoor ga je tijdreizen: teruggaan in de tijd, de mutatie invoegen en alle vervolgstappen opnieuw doorlopen.

Zoals bij sciencefiction verhalen, levert tijdreizen een nieuwe werkelijkheid op, een nieuwe actuele tijdlijn en stand, veroorzaakt door een tijdschok. Alleen hier verdwijnt de oude tijdlijn niet. Die blijft bestaan naast de nieuwe tijdlijn om o.a. de gecommuniceerde informatie o.b.v. de oude tijdlijn uit te kunnen leggen.

Een administratie met tijdreizen en meerdere tijdlijnen wordt vaak een historische administratie genoemd. De administratie bevat meerdere versies van de historie. Zowel voor pensioenregelingen (DB/CDC) als individueel leven verzekeringen alsook collectief leven verzekeringen voeren de uitvoerders een historische administratie.

Deze drie gebruiken van historische administraties lijken op elkaar maar zijn niet hetzelfde. Afhankelijk van het soort product, levert een tijdreis verschillende tijdschokken op. Dit komt door de kenmerken van het product.

Bij individueel leven zijn er twee betrokken partijen. De klant / deelnemer enerzijds en de verzekeraar anderzijds. Daarnaast draagt de klant individueel een stuk risico (met name bij universal-life unit-linkend (UL-UL) producten): beleggingsrisico en daaraan gekoppeld de hoogte van de verzekeringspremies. Een TWK-mutatie raakt het opgebouwde kapitaal in het verleden, en daarmee de afgeleide risicopremies van vervolg mutaties. De vraag wie er te laat was en wanneer het geld omgezet wordt in units, is belangrijk bij de afhandeling van de tijdschok. Meestal is het de verzekeraar die een mutatie laat liggen. Als de klant “vergeet” z’n premie te betalen dan investeert de verzekeraar die premie niet.

Bij pensioenen (DB/CDC) zijn er drie betrokken partijen: werkgever, werknemer en pensioenfonds. Daarnaast worden de risico’s collectief gedragen c.q. gaan ten laste van de algemene pensioenpot. De werkgever kan nu ook een mutatie laten liggen waar de deelnemer wel recht op heeft. Op basis van het gelijkheidsbeginsel, moet de mutatie verwerkt worden zonder dat de deelnemer daar nadeel van heeft. Bij pensioenen gaat alles via de algemene pensioenpot. Wie wat wanneer heeft laten liggen, is niet van belang. De afhandeling van de tijdschok verloopt dus anders dan bij individueel leven.

Collectief leven is een combinatie van individueel leven en pensioenen. Er zijn drie betrokken partijen en de deelnemer draagt individueel risico. Het is een soort individueel pensioenpotje. Zowel de vraag wanneer werknemer recht had op een mutatie als de vraag wie er te laat was, zijn belangrijk. Beide voornoemde tijdschokken komen voor. Als werkgever een mutatie te laat meldt en verzekeraar de mutatie vervolgens laat liggen dan krijg je zelfs een combinatie tijdschok.

Een dossier kan meerdere TWK mutaties hebben. Het kunnen er tientallen zijn. Een TWK mutatie van vorig jaar kan eerder verwerkt worden als een TWK mutatie van twee jaar terug. Dan krijg je tijdreizen over tijdreizen. Het aantal te administreren tijdlijnen neemt hiermee snel toe.

Bij collectief leven speelt nog iets bijzonders: tijdreizen kunnen deels wel en deels niet door elkaar heen lopen. Er ontstaan dan tijdlijnen die nooit hebben bestaan, maar die wel hadden moeten bestaan… En wie mag dit achteraf gaan uitleggen c.q. heeft de rol van de leraar geschiedenis? Dat is meestal de actuaris die aan o.a. de toezichthouder mag uitleggen dat alles in orde is.

Kortom de ambitie “een sluitend tijdreis mechanisme” is een interessante. De historische administratie heeft een fundament nodig dat beide soorten tijdschokken, ook in combinatie aankan. Een mechanisme dat op het juiste moment de juiste data combineert met de juiste rekenregels. Pas dan is de rest van de functionaliteit er recht bovenop te bouwen. Alternatief is accepteren dat er altijd scheuren blijven ontstaan in de administratie. Zonder controle is communiceren van data dan niet mogelijk.